Dramatische ontknoping: PION geen kampioen

Voor het eerst in vele jaren had PION 1 het kampioenschap in de landelijke derde klasse C voor het grijpen. Maar PION greep mis. Bij het ingaan van de laatste ronde had PION evenveel matchpunten en zelfs precies evenveel bordpunten als Caissa uit Amsterdam. Maar omdat wij een zwakkere tegenstander hadden dan de Amsterdammers, de beste kansen aan onze kant leken te liggen. Het team vocht voor iedere punt en wist de match tegen PSV DoDo uit Putten met 6½ tegen 1½ te winnen – een monsterscore die haast onmogelijk overtroffen kon worden. Toch was dat precies wat Caissa deed: het team van Amersfoort werd met 7-1 verpletterd en zo werd Caissa kampioen met een gelijk aantal matchpunten als PION en een half bordpunt verschil.

Bij de start van de laatste ronde bleek al meteen dat het geen voordeel hoeft te zijn om tegen een zwakker team te spelen. PSV DoDo was in de sterkst mogelijke opstelling opgekomen omdat verlies tegen PION degradatiekansen met zich meebracht. Voor middenmoter Amersfoort was er echter geen degradatiegevaar, zodat zij tegen Caissa een paar zwakkere invallers konden inzetten.
Ook profiteerde Caissa van het feit dat een grote club altijd wel een paar coryfeeen in ruste achter de hand heeft. Zij brachten een speler mee die nog niet eerder in de competitie had meegedaan, maar qua rating wel de sterkste speler van het team was.

PION won eenvoudig aan de top- en de staartborden. Aan de twee eerste borden lieten Wim Molenkamp en Luuk de Ruijter weinig van hun tegenstanders heel. Ook aan het laatste bord werd het pleit snel beslecht nadat Wopke Veenstra in het Evans gambiet drie pionnen had geofferd voor een koningsaanval.
Aan de middenborden liep het wat stroever. De oorzaak bleek de opstelling van de Puttenaren te zijn. Zij hadden hun sterkste vier spelers aan de borden drie t/m zes geplaatst in de hoop om zo in het middenveld enkele punten te pakken. De strategie werkte, zij het minder dan waarop gehoopt was: de Puttenaren boekten drie remises. Overigens nadat een van hen tegen Olav Schoonenberg dicht bij de overwinning was geweest. Ook de broers Theo en Leo Wijnhoven moesten berusten in remise, Theo nog wel in een paardeindspel, wat toch tot zijn favoriete eindspelen behoort. Jan Fleuren was de enige middenvelder die wist te winnen, maar dat deed hij dan ook op een rechtlijnige en krachtige manier.

Resteerde het zevende bord, waar Jasper Bons een minder staande stelling moest verdedigen. Dat lukte aardig en een remiseaanbod zou zeker zijn aangenomen. In het belang van de club moest Jasper echter doorspelen en dat deed hij met succes. Na meer dan vijf uur spelen gaf zijn moegestreden tegenstander zich gewonnen. Het was toen echter al duidelijk geworden dat deze punt geen gewicht meer in de schaal legde.

PION 1 heeft nu enkele maanden om zijn wonden te likken en zal vanaf september welgemoed een nieuwe gooi doen naar het kampioenschap.