PION blijft op valreep met lege handen tegen Venlo

In de zesde ronde van de landelijke schaakcompetitie leek PION voor een verrassing te gaan zorgen door gelijk te spelen tegen koploper Venlo. Het grote verschil in rating tussen beide clubs maakte die uitslag onwaarschijnlijk en helaas kregen de statistieken gelijk. Het scheelde echter bar weinig: als Wim Molenkamp zijn voordeel van toren tegen loper had kunnen verzilveren, was de puntendeling een feit geweest.

Het begon goed voor PION. Wopke Veenstra, die door een misverstand twintig minuten te laat achter het bord verscheen, kreeg zijn veel sterkere tegenstander, de Duitser Joachim Guddat, binnen een uur op de knieėn. Een tweede overwinning van PION volgde kort hierop toen Luuk de Ruijter de koning van zijn tegenstander in het midden van het bord klem zette, onderwijl de ene pion na de andere rovend. Toen Jan Fleuren met een remise de tussenstand op 2½ - ½ voor PION bracht, leek een Groesbeekse overwinning binnen handbereik. Venlo vocht echter terug. Theo Wijnhoven kreeg geen kans om zijn stukken te laten samenwerken en moest nog voor de tijdcontrole zijn koning omleggen. Ook broer Leo Wijnhoven, die specialist is in het keepen tegen sterkere tegenstanders, kon het niet bolwerken en werd onder de voet gelopen in een koningsaanval. Zo kwam Venlo langszij en zag het er ineens somber uit voor PION. Want tegenover een prima stelling van Wim Molenkamp stonden twee mindere eindspelen van Jasper Bons en Olav Schoonenberg. Bons moest inderdaad opgeven nadat hij een paard moest opgeven om een ver opgerukte vijandelijke pion tegen te houden. Maar Schoonenberg wist de balans te bewaren en liet remise aantekenen.

De hoop was toen gevestigd op Wim Molenkamp. Met een kwaliteit meer leek de winst een kwestie van tijd, maar zijn tegenstandster ruilde handig de pionnen en wist een stelling te bereiken waarin Molenkamps toren geen beslissing meer kon forceren. Venlo heeft door deze uitslag zijn koppositie in de tweede klasse verstevigd en PION moet zich nu toch ernstige zorgen gaan maken over degradatie.

Wopke Veenstra