PION bevecht gelijkspel tegen Stein

Na zes rondes in klasse 2D van de landelijke schaakcompetitie beginnen de promotie- en degradatiekandidaten zich uit te sorteren. Het Groesbeekse PION schaart zich in de laatste categorie, maar hoeft nog niet te wanhopen. Het gelijkspel tegen DJC Stein van afgelopen zaterdag hielp PION niet van de voorlaatste plaats af, maar volgens de onderlinge krachtsverhoudingen had PION ruim moeten verliezen. De 4-4 tegen de kanonnen van Stein was daarom toch bevredigend. Er had zelfs meer ingezeten als Wim Molenkamp niet in gewonnen stelling een mat in 1 overzien had of als Thomas Dickmann zich niet een toren had laten ontfutselen door een paardvorkje.

Luuk de Ruijter opende de score met een fantastische overwinning op Stefan Spronkmans. Binnen twee uur spelen had hij de vijandelijke koningsstelling opgeblazen met een reeks messcherpe zetten. Zijn laatste zet was een lust voor het oog. In plaats van een pion te pakken met schaak, deed Luuk een stille zet met zijn dame, waarop zijn tegenstander na enkele minuten nadenken de enige zinnige reactie gaf: opgeven.

Olav Schoonenberg liet kort daarop het tweede punt voor PION optekenen door Nicola Grecuccio te verslaan in een zinderende partij. Daarna speelde Jasper Bons aan het eerste bord remise tegen Fide-meester Lennart Lenaers. Een prestatie die nauwelijks voor die van zijn al uitgeschaakte teamgenoten onderdeed. Jan Fleuren voegde aan de teamscore nog een halfje toe na een ingewikkelde partij met kansen voor beide partijen. Helaas raakte John Pouwels in een kansrijke stelling een stuk kwijt, waarna hij kon opgeven. Het een blunder noemen doet geen recht aan de inventiviteit van zijn tegenstander, die met een moeilijk te vinden damemanoeuvre het stuk ophaalde.

En zo was het bij de eerste tijdcontrole 3-2 voor PION. Met goede perspectieven voor de eindoverwinning, want alleen Theo Wijnhoven stond slecht. Het liep echter anders. Wim Molenkamp was gewonnen komen te staan, maar overzag in tijdnood een simpel mat. En Thomas Dickmann verprutste een gelijk staand eindspel door een paardvorkje te overzien. Zo kwam de druk op Theo’s schouders te liggen om vanuit een mindere stelling te winnen. En dat lukte, dankzij Theo’s onovertroffen eindspeltechniek. Vier-vier dus, en beide teams konden daar om verschillende redenen tevreden mee zijn.

Wopke Veenstra