Mook 1 - PION 3 (4˝ - 3˝)

Aan dit team bewaar ik de slechtste herinneringen. Steeds verloor ik mijn partij en steeds verloor PION 3. De historie herhaalde zich dus. De eerste Mokerslag kregen wij te verduren toen Jan van Kessel aan bord 8 op de negende zet een peerd liet binnenvallen op c7 dat zich te buiten ging aan de toren op a8 en even later ook weer vrolijk de wei mocht inhuppelen. Jan rekte zijn bestaan nog heel lang, maar dat punt waren wij kwijt. Wim Gielen scoort ook ver beneden zijn statuur. Hij speelde een Siciliaan met c3 waar wit toch ietsje prettiger stond. Dat hij een combinatie overzag die hem de kop kostte gaf de man met moker weer werk. Inmiddels had Sjaak Thijssen een zwakke pion verloren en toen er nog eentje af ging, tekende zich een debacle af. Immers Pieter aan bord 1 stond niet goed en ik was bezig mijn lichte voordeel uit de opening te verspelen. Cap-tain Alexander deed zeer goed werk. Niet alleen adviseerde hij Pieter om door te spelen, maar ook wist hij na een Franse afruilvariant het eindspel van Paard+3p tegen 5p te winnen. Herman kreeg een Sokolsky te bestrijden, hetgeen hij deed met 1….c6. Aan het begin van het middenspel stond het gelijk, maar na een zware fout van zijn tegenstan-der werd diens dameloper steeds slechter en Hermans’ peerd –op het stopveld- steeds mooier. Daar kwam dan ook ons eerste punt vandaan. Rowdy kwam heel goed uit zijn Franse opening en won een pion. Daarnaast kreeg ook hij een mooi peerd tegen slechte loper, alle redenen om voor de winst te gaan. In tijdnood besloot hij tot hij tot het halve ei. Teleurstellend. Inmiddels probeerde ik ijzer met handen te breken gezien de stand en dat liep slecht af. In een Engelse partij kwam Pieter door een verkeerde manoevre op de damevleugel in een passieve stand terecht. Zijn tegenstander die 3 uit 3 wist te scoren, had het loperpaar en Pieter een lam peerd op a2. De weg naar de winst kreeg zwart niet voor ogen, het forceren volgde en zo waar : na twee positionele fouten moest hij in het zand bijten.

Rinus Balkenende