PMC 1 doet zijn plicht tegen Het Kasteel Wijchen

Na de teleurstellende 4-4 van de eerste ronde was PMC erop gebrand om in de tweede ronde tegen Het Kasteel een flinke overwinning neer te zetten. De Wijchenaren zijn ernstig verzwakt door het vertrek van hun drie sterkste spelers en als gevolg daarvan had PMC aan alle borden een ratingoverwicht, ook al waren Jan Fleuren en John Pouwels er deze keer niet bij. Voor Jan trouwens om een heel vervelende reden: in Indonesië had hij knokkelkoorts opgelopen, waardoor zijn vakantie verlengd werd met een week in het ziekenhuis.

Al na een kwartier viel de eerste uitslag, een remise van invaller Arno Arents. Arno is zoals bekend niet vies van een snelle remise en zijn middag kon dus niet meer stuk toen zijn tegenstander op de tiende zet een bekende zetherhaling in de Svesnikov aanbood. Waarschijnlijk wist hij op dat moment nog niet dat zijn tegenstander 250 ratingpunten minder had.

Ook Michel Auwens berustte al vrij snel in remise, al stond hij wat beter. Teamleider Theo had hem de zegen hiervoor gegeven, vanuit de gedachte dat de hogere borden wel met een plusscore zouden eindigen en de lagere borden dus vooral niet moesten verliezen.

Dat scenario voltrok zich ook in grote lijnen. Luuk de Ruijter leek een moeizame partij te spelen, toen zijn paard als een donderslag bij heldere hemel (althans voor de toeschouwers) op e6 neerplofte. Opeens waren alle bordjes verhangen. Bijna alle stukken van Luuk stonden in, maar het nemen van welk stuk dan ook leidde onherroepelijk tot mat. Verbluft gaf zijn tegenstander op, wat inderdaad de enige manier was om mat te voorkomen.

Ik mocht uitkomen tegen Ritchie Duijn, die met een Scandinaviër op de proppen kwam. In het vroege middenspel besloot ik een pion te offeren, wat volgens Stockfish niet helemaal correct was, maar de stelling werd meteen zo ingewikkeld dat het voor krabbelaars als Ritchie en mezelf niet te doen is om daarin het rechte pad te volgen. Ik kon Ritchies loper pennen en naar het leek ophalen, toen hij met een ingenieuze manoeuvre kwam waarmee hij zijn loper leek te redden. Er zat echter nog een tussenzet in de stelling waardoor de loper alsnog verloren ging en daarmee de partij.

Olav Schoonenberg wist in een ingewikkelde partij het evenwicht niet te verbreken en nam remise. Of hij daar blij of verdrietig over moest zijn, viel ook in de analyse achteraf niet te zeggen. Theo Wijnhoven was erop gebeten om zich te revancheren voor zijn zwakke partij in de eerste ronde en dat deed hij. Na een pionoffer van zijn tegenstander op b4 ging het voor Theo even langs afgronden, maar hij wist al snel tegendreigingen te creëren met zijn eigen b-pion. Toen die op a3 was terechtgekomen, was er van de witte dreigingen weinig meer over en even later moest zijn tegenstander opgeven.

Het enige verliespunt kwam van Thomas Dickmann. Thomas raakte verzeild in een sumo-worstelpartij, waarbij de pionnenfronten onbeweeglijk tegenover elkaar stonden. Dat veranderde toen zijn tegenstander een kwaliteit offerde en daardoor zijn pionnen aan het rollen kon brengen. Thomas had de aanval met precies spel kunnen afwenden, maar na een kleine misgreep was het ineens over. Bleef over Wim Molenkamp. Na drie uur spelen had Wim op de van hem bekende manier een aantal minuscule voordeeltjes opgebouwd, die samen een bijna winnend stellingsvoordeel opleverden. Toen Wim vervolgens met een paardoffer op d2 de klap uitdeelde die al een tijd in de lucht hing, was het afgelopen – maar niet voor zijn tegenstander, die vrolijk doorschaakte met een pion en daarna een stuk minder. Na anderhalf uur zinloos gespartel keek zijn tegenstander op zijn horloge, zag dat het etenstijd was en gaf op. Zo werd het 5½ - 2½ voor PMC 1 en staan we in de poule op een gedeelde derde plaats.

Wopke Veenstra