PMC 1 in matige vorm: gelijkspel tegen Zuid Limburg 4

Terwijl het tweede PMC-team schitterde tegen Magnus Leidse Rijn (5,5 – 2,5!), ploeterde het eerste team naar een gelijkspel tegen Zuid Limburg 4. Tegen het aanzienlijk sterkere Zuidlimburgse derde team hadden we gewonnen, maar nu liep het allemaal minder soepel.

Na twee uur spelen leek het nog allemaal op rolletjes te gaan. Alleen Hidde Knippenberg stond minder, maar verder leek iedereen wel winstkansen te hebben. Dat Hidde even later verloor na een kwaliteit en een pion te zijn kwijtgeraakt, leek dus geen probleem.

Die inschatting veranderde toen John Pouwels plots verloor. Hij zette met zwart een koningsaanval op door zijn g-en f-pion voorwaarts te schuiven, maar vergat daarbij dat zijn eigen koning nog bloter kwam te staan dan die van zijn tegenstander. Met een paar welgemikte damezetten blies zijn tegenstander de zwarte stelling op.

Wim Molenkamp zorgde voor een volgende, zij het wat lichtere, teleurstelling. Hij stond beter, maar met nog maar drie minuten op de klok durfde hij het niet aan om op winst te spelen. Dat je er iedere zet dertig seconden bij krijgt, was hij even vergeten – de vorige week had hij in de SOS-competitie gespeeld waarin het increment slechts tien seconden bedraagt.

Luuk de Ruijter boekte een fraaie overwinning op Marcel Winkels. Het ging zoals gebruikelijk bij Luuk: hij vlocht dreiginkjes in de stelling, maakte er dreigingen van en voerde een ervan uit.

Ikzelf wist de stand gelijk te trekken door een overwinning op Ingrid Voigt, een van de vier Duitse teamspelers. In de opening won ik een kwaliteit ten koste van twee pionnen, wat een stelling met beiderzijdse kansen opleverde. Met een toren is het echter makkeljiker om goede zetten te vinden dan met een loper en twee pluspionnen. Na een torenoffer kon ik beide randpionnen tot de zevende rij opschuiven, zodat de loper het nakijken had.

Even later waren we weer in het nadeel toen Jan Fleuren opgaf. Hij had een veelbelovende stelling opgebouwd tegen Ger Schaffhausen, maar verslikte zich in zijn streven om het vijandelijke paard te vangen. Het moet gezegd, zijn tegenstander gaf hem ondanks zijn lagere rating geen kans toen de bordjes eenmaal waren verhangen.

Olav Schoonenberg pleegde een positioneel pionoffer in het Frans, dat goed uitpakte. Zijn tegenstander werd volledig klem gezet rond zijn loper op e6. Hij verdedigde zich echter taai en uiteindelijk zat er voor Olav niet veel meer in dan het terugwinnen van zijn pion. Olav bleef het nog een tijd proberen, maar remise was onvermijdelijk.

Zuid Limburg stond nu met 4-3 voor en alleen Theo Wijnhoven was nog bezig. Kon hij voor de gelijkmaker zorgen? Hij stond een pion voor, maar de stelling van zijn tegenstander was solide.

Gelukkig was er wederzijds enige irritatie ontstaan doordat Theo een remiseaanbod een halfuur lang onbeantwoord liet in afwachting van de ontwikkelingen op de andere borden. Zoals wij weten, wordt Theo 200 ratingpunten sterker als hij geďrriteerd is, en dat leidde tot een strategisch hoogstaand eindspel, waarin Theo het paard van zijn tegenstander vind. “Ik heb in mijn hele leven nog nooit een paard pat gezet, maar nu was het zover”, zei Theo na afloop. Zijn tegenstander speelde, waarschijnlijk ook uit irritatie, nog vele zetten door met een stuk en twee pionnen minder, maar gaf het na zes uur spelen op. Na afloop, bij de Chinees, moest Theo voortdurend oppassen om niet uit vermoeidheid met zijn hoofd in het bord nasi te zakken.

En zo haalden we nog een matchpunt binnen. Niet iets om trots op te zijn, wel de punt die we nog nodig hadden om in de derde klasse te blijven.

Ton Thijssen