Degradatiezone voor PMC 1 nabij na nederlaag tegen Wageningen

Was het een gebrek aan concentratie dat PMC 1 opbrak tegen Wageningen 2, was Wageningen gewoon sterker of hadden we pech? Van alle drie wat, denk ik. De ratings van de Wageningers lagen gemiddeld 30 punten boven die van de Groesbekers, maar zo’n verschil is zelden doorslaggevend. Van pech kon je spreken in de partij van Joke de Valk, maar daar stond enig geluk bij Jan Fleuren tegenover. Concentratiefouten dan? Die waren er zeker, en kostten Luuk en Michel een halve punt.

Op de uitkomst van dit alles, een 3˝ – 4˝ nederlaag, viel in elk geval weinig af te dingen.

En het begon nog wel zo goed. Wim Molenkamp liet aan bord 2 zien dat de schaakloze coronaperiode hem eerder goed dan kwaad had gedaan. Zijn tegenstander kreeg weinig kansen en Wims overwinning was duidelijk die van de sterkere speler. Ook Luuk leek te gaan winnen. Hij was een halfuur te laat aan de partij begonnen, maar dat had geen invloed op het spelverloop. Na een uur spelen had hij afgewikkeld naar een paardeindspel met een pion meer. Die pion liet hij met ingenieuze begeleiding van zijn paard naar de overkant lopen. De toeschouwers waren al van zijn bord weggelopen toen Luuk in een zeldzaam moment van onoplettendheid zijn paard liet slaan door de vijandelijke koning. Met twee pluspionnen tegen een paard deed Luuk nog een paar futloze zetten, maar gaf de partij daarna remise. Om er vervolgens achter te komen dat de slotstelling voor hem nog steeds gewonnen was!

Theo kwam uit tegen de sterkste speler van Wageningen, Kees Stap. Het werd een ingewikkelde partij met veel duwen en trekken aan pionnenformaties. Met de remise mochten beide spelers tevreden zijn.

Joke de Valk bouwde een mooie stelling op maar vergooide deze weer met een achteloze torenzet, die toeliet dat een vijandelijk paard zijn stelling binnendrong. Stukverlies kon alleen worden gepareerd door een vorkje toe te staan waarmee een kwaliteit verloren ging. Het was meteen uit.

Vanaf dit moment was onze enige hoop gevestigd op Michel, want ik stond gelijk en Hidde en Jan stonden minder. Michel had in een Wolga gambiet geweldige druk opgebouwd tegen de witte a- en b-pion. De doorbraak kon niet uitblijven en in gedachten stond de punt al op het scoreformulier, toen Michel een zet deed waarmee hij al zijn voordeel verspeelde. Remise.

Dat werd het ook in mijn partij, maar op een voorspelbaarder manier. Mijn tegenstander en ik waren aan elkaar gewaagd en de kansen gingen heen en weer, maar het evenwicht werd geen moment echt verbroken. Na drieënveertig zetten tekenden we de vrede.

Met de remise van Jan Fleuren mochten we blijer zijn. Jan had een pion moeten inleveren en moest al zijn vernuft aanwenden om te voorkomen dat de vijandelijke pluspion promoveerde. Gelukkig zag zijn tegenstander de weg naar de winst niet.

En zo moest de partij van Hidde de doorslag geven. Helaas wist Hidde het krachtsverschil met zijn tegenstander niet te compenseren met geniale invallen. Hij verloor een pion, nog een en nog een. De combinatie waarmee hij afwikkelde naar een ongelijke loper-eindspel was leuk om te zien, maar tegen een overmacht van drie pionnen zijn zelfs de meest ongelijke lopers niet opgewassen.

Daarmee kwam de eindstand op 4˝ – 3˝ voor Wageningen. PMC staat nu op de zevende plaats in de poule van tien en moet zich nu toch een beetje zorgen gaan maken over handhaving in de derde klasse.

Wopke Veenstra