CAPABLANCA
José Raúl Capablanca
Geboren op 19 November 1888 Havanna
Gestorven 8 maart 1942 New York
Wereldkampioen van 1921-1927
Afgelopen september was ik samen met Elly op vakantie in Cuba. Ik had me voorgenomen een bezoek te brengen aan het graf van oud wereldkampioen schaken Capablanca. In de ochtend van onze laatste dag in Havanna gaf ik onze chauffeur opdracht naar de ingang van “Necropolis Christobal Colon” te rijden. Deze begraafplaats is genoemd naar Christopher Columbus en is een van de grootste historische begraafplaatsen van de wereld, en wordt in het algemeen, historisch en qua architectuur, beschouwd als de belangrijkste begraafplaats in Latijns-Amerika.
De ingang van “Necropolis Christobal Colon”
De begraafplaats staat vooral bekend om zijn weelderige graven, vol met grote wit marmeren engeltjes, grote kruizen, een grote witte dominosteen (voor een vrouw die een hartaanval kreeg tijdens dit spel) en op één graf zelfs een marmeren hond die waakzaam de omgeving in de gaten houdt. Het graf van Capablanca valt dus niet eens uit de toon in deze omgeving.
Op het graf van José Raúl Capablanca staat een groot marmeren schaakstuk. Maar als je naar het graf van Capablanca kijkt is de grote vraag, welk schaakstuk er dan op dit graf staat. Lang werd gedacht aan een Dame of een wat vreemd uitgevallen loper. Dit totdat ik las, dat bij de Zuid-Amerikaanse stukken de Dame en Koning vaak alleen maar in grootte van elkaar te onderscheiden zijn. Daarom ben ik er inmiddels van overtuigd dat er dus een Koning op dit schaakgraf staat; het enige logische stuk op dit graf van de 3e Wereldkampioen.
Capablanca stierf, net als zijn voorgangers William Steinitz en Emanuel Lasker in New York. (Wat dus schijnbaar een nogal ongezonde stad voor Wereldkampioenen Schaken is.) En José Raúl Capablanca stierf ‘in het harnas,’ namelijk op 8 maart 1942 in de befaamde Manhattan Chess Club in New York, tijdens de analyse van een schaakpartij. Generaal Batista, de toenmalige President van Cuba, zorgde er persoonlijk voor dat het lichaam van de voormalige wereldkampioen overgebracht werd naar Havanna, om aldaar op de erebegraafplaats van Cuba, de Necropolis Christobal Colon begraven te worden.
Onderstaande legende is wel leuk om even mee te nemen in dit verslag.
De legende van "La Milagrosa"
Een veel bezochte bedevaartsplaats voor katholieken is het graf van Amelia Goyri de Adot. Zij overleed op 3 mei 1901 op de leeftijd van 23 jaar tijdens de bevalling van haar zoon. Ook haar kind stierf. Zij werden samen begraven samen in een kist. Haar zoon werd bij haar voeten gelegd.
Haar man José Vicente Adot gaf opdracht een sculptuur ter herdenking aan haar dood te maken, met een beeltenis van Amalia die haar kind vasthoudt, leunend op een kruis. Hij was wanhopig en ontroostbaar. Hij kon niet geloven dat zij dood was. Hij ging elke dag naar de begraafplaats en tikte dan met één van de bronzen ringen die op het graf zijn bevestigd om te laten weten dat hij er was. Hij voerde dit ritueel voor 17 jaar lang uit, tot aan zijn dood.
De legende vertelt dat toen het graf na enige tijd weer werd geopend om te worden geruimd, het kind in de armen van zijn moeder lag, en hun lichamen in uitzonderlijk goede staat verkeerden.
Cubanen geloven dat Amelia hun wens in vervulling kan brengen en vele pelgrims komen dan ook naar haar graf om hun grote kinderwens of liefde in vervulling te laten komen. Ook zij tikken met de koperen ring op het graf zoals haar echtgenoot dat deed, leggen bloemen op haar graf en doen hun wens. De bezoekers lopen vervolgens achteruit van het graf weg om te voorkomen dat ze hun rug naar de witte standbeeld van Amelia toekeren.
Maar goed, we gaan het nu weer hebben over onze Cubaanse schaakvriend Capablanca.
Onderstaande gegevens zijn ontleend aan Wikipedia.
 Capablanca in 1910.
|
 Capablanca in 1931. |
Capablanca was een van de schitterende sterren aan de schaakhemel. Nauwelijks iemand voor hem heeft alle fasen van de schaakpartij zo elegant en gemakkelijk beheerst als hij.
Levensloop
Hij was dan ook een wonderkind. Reeds in 1909 versloeg hij de Amerikaan Frank Marshall in een match te New York.
In 1909 speelde hij simultaan tegen 720 schakers. Hij won 686 partijen (95%), hij verloor 14 partijen (2%) en speelde 20 remises (3%). In het beroemde toernooi in Sint-Petersburg in 1914 werd Capablanca tweede achter Emanuel Lasker. Hij versloeg Siegbert Tarrasch, Aleksandr Aljechin en Frank Marshall. In 1918 speelde Frank Marshall zijn befaamde Marshallgambiet tegen Capablanca. Capablanca won.
In 1921 kwam het tot een tweekamp met Lasker, ze speelden om het wereldkampioenschap schaken. Lasker was al oud en wilde eigenlijk de titel gewoon aan Capablanca geven, zonder erom te spelen. Lasker klaagde ook over het klimaat: de match werd in Havanna gespeeld. Capablanca won overtuigend en was daarmee dus wereldkampioen.
In 1927 vond nog een groot internationaal toernooi plaats in New York. Hierbij behaalde Capablanca ook een eclatante overwinning. Later in dit jaar werd hij, tegen zijn verwachting in, in Buenos Aires door Aljechin verslagen. Capablanca had zijn tegenstander onderschat. Een kans op een re match gaf Aljechin hem niet.
Hij speelde ook mee met het AVRO-toernooi in 1938 en vierde daar zijn 50e verjaardag.
Capablanca overleed in 1942 op 53-jarige leeftijd te Manhattan op zijn schaakclub tijdens het analyseren van een partij aan een hartaanval. Hij had al lange tijd hartproblemen.
Openingen
Capablanca had geen voorkeur voor een schaakopening hij opende zowel met de d- als met de e- en de c-pion. Met zwart speelde hij graag de Spaanse opening. Hij staat vooral bekend om zijn geweldige beheersing van het eindspel en zijn goede positionele inzicht - en het feit dat hij liever domino speelde dan schaakboeken te bestuderen.
Lasker - Capablanca World Championship Match (1921) · Queen's Gambit Declined: Orthodox Defense. Main Line · 1-0
1. d4 Notes by J. R. Capablanca 1...
d5 2. Nf3
e6 3. c4
Nf6 4. Bg5
Nbd7 5. e3 Be7 6.
Nc3 O-O 7. Rc1 Re8 8.
Qc2 c6 9. Bd3 dc4 10.
Bc4 Nd5 11. Be7 Re7 12.
O-O Nf8 13. Rfd1 Bd7 I do not consider the system adopted by Dr. Lasker in this game to be any good. 14.
e4 Nb6...Nxc3 would have simplified matters somewhat, but it would have left Black in avery awkward position. The text move, by driving back the bishop, gains time for the defense. 15.
Bf1 Rc8 16. b4 To prevent c5, either now or a later stage. There is no Black bishop and White’s whole plan is based on that fact. He will attempt, in due time, to place a knight on d6. 16... Be8 17. Qb3 White might have played a4 at once, but wanted at first to prevent the Black Queen from coming out via d6 an f4. 17... Rec7 18. a4 Ng6 19.
a5 Nd7 20. e5 b6 21.
Ne4 Rb8 22. Qc3 Qa3 at once was best. The text move gives Black a chance to gain time. 22... Nf4 23.
Nd6 Nd5 Had the White Queen been at a3 Black could not have gained this very important tempo. 24.
Qa3 f6 25. Ne8 This Bishop had to be taken, since it threatened to go to h5, pinning the Knight. 25... Qe8 26.
ef6 gf6 To retake with either Knight would have left the e Pawn extremely weak. 27. b5 With this move White gets rid of his Queen's side Pawns. 27... Rbc8 28.
bc6 Rc6 29. Rc6 Rc6 30.
ab6 ab6 31. Re1
Bb5 was better. 31... Qc8 32.
Nd2 This was my sealed move and unquestionably the only move to keep the initiative. 32... Nf8...Rc3 would have been met by Qa1. 33.
Ne4 The White Knight stands now in a very commanding position. Black's game is far more difficult than appears at first glance and I believe that the only good system of defense would have to be based on ...f5, after ...h6, driving back the White Knight. 33... Qd8 34.
h4 Rc7 This might be said to be the losing move. Black had to play ...h6 in order to be ready to continue with ...f5, forcing the White Knight to withdraw. 35. Qb3 White's plan consists in getting rid of Black's powerfully posted Knight at d5, which is the key to Black's defense. 35... Rg7 36.
g3 Ra7 37. Bc4 Ra5 38.
Nc3 Nc3 39. Qc3 Kf7 40.
Qe3 Qd6 41. Qe4 Ra4 Neither one of us had very much time left at this stage of the game. Black's alternative was ...Ra7, which would have been met by d5, leaving Black with what in my opinion is a lost position. 42.
Qb7 Kg6 If 42...Qe7 43.Qc6 wins. 43.
Qc8 Qb4 44. Rc1 Qe7 Black's game was now hopeless; for instance 44...Qa3 (best) 45.Bd3+! f5 (best) 46.Qe8+ Kh6 47.Re1 Ra8 48.Rxe6+ Nxe6 49.Qxe6+ Kg7 50.Qe5+, etc. In practically all the other variations the check with the Bishop at d3 wins. 45. Bd3 Kh6..f5 would have prolonged the game a few moves only. 46.Rc7 would always win. 46.
Rc7 Ra1 47. Kg2 Qd6 48.
Qf8.
Een gaaf potje!
Jan Fleuren