Schaakverhaal Rinus Balkenende

Dit verhaal stamt uit de tijd dat Rinus nog in Amsterdam woonde en schaakte.

"Een curieuze avond"

Speel ik in het 7e ? Ik geloof het wel. Hoe diep kan een schaker zinken? Enfin, dit team heeft een nieuwe captain, die erg zijn best doet, Frans Oranje. Al weken van te voren vertelt hij per uitvoerige e-mail waar en wanneer de volgende competitiewedstrijd zal plaatsvinden. Deze zorgvuldigheid keerde zich tegen mij op weg naar het home van het Grasmat- mooie naam voor een schaakclub naast een voetbalveld-. Ik beweeg mij in deze stad bij voorkeur per fiets en anders per tram. Dies aangaande vertrok ik vanuit het centrum naar de Watergraafsmeer naar het opgegeven adres Fizeaustraat no 10. Al ter hoogte van het Amstelhotel begon het te regenen welke bui elke honderd meter in zwaarte toenam. Ik overwoog te schuilen, maar dit type regen houdt aan zo leert mijn ervaring als non-automobilist. Zo naderde ik al flink doorweekt de straat in kwestie. Pijpenstelen vielen met bakken op mij neer toen ik door mijn aangeslagen brillenglazen aan de linkerkant een buurthuis ontwaarde. Dit pand droeg geen nummer, het was ongetwijfeld het beoogde clublokaal. Eenmaal binnen bleek ik te zijn beland in een soort yoga-samenzijn. Ik werd vriendelijk uitgenodigd ter plaatse een soort paalstand aan te nemen. Deze invitatie wist ik met moeite af te slaan en ik gaf de werkelijke reden van mijn entree. Schaken? Dat is hiernaast meneer. Dank u wel, Goedenavond! Aan het hoekpand van de overkant ontwaarde ik huisnummer 4. Mijn reeds afgesloten fiets liet ik staan, die drie nummers loop ik toch gewoon? Eigenaardig, de even zijde bleek te bestaan uit achterkanten van de parallel lopende straat. De regen gutste onverdroten verder en na 150 meter hield de huizenrij op. Uit een stadswandeling wist ik dat het restant van de straat ook geen huizen meer had en uitkomt op de Kruislaan bij sportvelden.
Ik keek nog eens om mij heen. Er was helemaal niets te zien. Een brug voerde over de sloot, links een hek en rechts een hek. Ik besloot terug te lopen. Ik had ook geen opties. Bij de yoga man waagde ik nog een poging. Dit pand droeg nummer 3. Hij deed een jas aan en inspecteerde de huisnummers van de buren. Allemaal oneven…..Typisch, zei hij. Ik bedankte hem minzaam en stapte op mijn fiets om de terugtocht te aanvaarden. Hoe nat kan een mens nog worden? Nogal korzelig stapte ik mijn pand binnen om 20.20 uur. Op internet zocht ik naar de behuizing van het Grasmat. Fizeaustraat 3 ……..Lust u nog peultjes? Erbij stond een telefoonnummer van de speelzaal. Gebeld. Ik kreeg Frans Oranje zowaar aan de lijn. Hij sprak van een pad dat achter een hek zou beginnen. Droge kleren aan. Taxi gebeld. Kwam redelijk snel. Allochtone man met voorouders uit een vaag Aziatisch land. Hij wilde telkens rechtsaf waar hij linksaf moest. Ik moest hem met harde hand in het juiste spoor houden. Ter hoogte van Fizeaustraat 3 begon zijn computer te piepen, dat wij bij nummer 10 waren. Doorrijden, zo commandeerde ik. Ik was weer bij het einde van de huizenrij. Ik duwde het hek naast het laatste huis open. Het gaf mee. Ik zag een verlicht raam in een kantine-achtig bouwsel. Erachter zaten schakende lieden. Ik opende de deur. De aanwezigen beloonden mij met een muisstil applaus. Ik keek naar de door mijn tegenstander reeds in werking gestelde klok. Er waren al 51 minuten verstreken. Rob Gallenkamp trapte af met 1. e4 om na e5 een Koningsgambiet te entameren. Er was een tijd dat ik heel goed schaakte. Lang geleden. Ik kan er nu werkelijk helemaal niets meer van, mensen. In die tijd had ik mij gespecialiseerd in het geweigerd Koningsgambiet. Enfin, na twaalf zetten stond mijn geachte opponent volledig gekruisigd en gemangeld. En een tijd dat het hem kostte! Natuurlijk speelde ik a tempo. Acht zetten later was het gebeurd. Wit had in de finale nog 5 minuten over, Uw dienaar nog vijftien……Ik geef u de volgende elf zetten.
2. f4 Lc5
3. Pf3 d6
4. c3 Pf6
5. d4 Lb6
6. Ld3 Pc6
7. Le3 0-0
8. 0-0 Pg4
9. De2 Pxe3
10. Dxe3 Te8
11. Pbd2 exd4
12. Pxd4 Df6 ……..wit hoopte uiteraard Pc4 te mogen spelen.
De rest zal ik u besparen. Zwart won.