PMC 1 maatje te klein voor Amersfoort 1
De start van het competitieseizoen bracht PMC 1 meteen tegen het, samen met Bennekom 1, sterkste team uit de poule, Amersfoort 1. Met onze gemiddelde rating van 1975 maakten wij tegen hun team met een gemiddelde boven de 2100 statistisch gezien weinig kans, maar je weet maar nooit, soms stijgen we boven onszelf uit. Helaas bleef het uitstijgen beperkt tot drie spelers en volgden de andere vijf de wetten van de statistiek. Het werd 6-2 voor Amersfoort.
De held van de dag was Luuk. Hij kwam aan het eerste bord uit tegen vrouwengrootmeester en ex-Nederlands kampioene Thea Lanchava. De partij was een soort evenwichtsoefening waarbij Luuk drukte op de damevleugel en Thea op de koningsvleugel. Tientallen zetten lang probeerden beide schakers door te drukken op “hun” vleugel zonder de verdediging van de andere vleugel te verwaarlozen. Tot Thea haar geduld verloor en met een koningsaanval probeerde de zaken te forceren. Luuk reageerde beheerst en brak door op de damevleugel, onderwijl zijn koning buiten schot houdend. Het werd de enige overwinning van PMC 1.
Omdat PMC 2 de eerste ronde nog niet speelde, konden we uit dat team twee invallers halen ter vervanging van Jan en John, die verhinderd waren. Maarten Kwaaitaal en Jorg Benningshof bleken waardige vervangers, die met twee remises aantoonden dat zij zonder meer op het niveau van PMC 1 konden meedoen.
Maarten wist zijn tegenstander flink onder druk te zetten met een pionnenmars op de damevleugel. Met de remise mocht die tevreden zijn. Jorg moest zich lange tijd verdedigen en kwam in een dame-eindspel terecht met een pion minder. Hij hield zijn stelling echter goed bij elkaar en zijn tegenstander kon met schaakjes niets bereiken. Toen Jorg aankondigde dat hij met zijn volgende zet drie maal dezelfde stelling zou bereiken, protesteerde zijn tegenstander nog wel dat Jorg zijn zet niet eerst had opgeschreven. Een onterechte claim, want in de spelregels staat die verplichting niet. De wedstrijdleider die erbij werd geroepen, wist ook niet precies hoe het zat, maar aangezien doorspelen sowieso zinloos was, werd de vrede getekend.
Dat de overige vijf spelers er niet aan te pas kwamen, is te zwaar uitgedrukt, maar ze verloren wel allemaal. Als eerste ging Ronald onderuit, die teveel zwakke velden in zijn stelling had laten ontstaan en moest toezien hoe die werden bezet door vijandelijke paarden en ander dood en verderf zaaiend materieel. Toon Janssen volgde niet veel later. Hij had weinig in te brengen tegen het energieke spel van zijn tegenstander. Dat gold ook voor Michel Auwens. Het krachtsverschil met zijn tegenstander was gewoon te groot.
Ik leverde mijn openingsvoordeel in door een simpele combinatie over het hoofd te zien die me een pion kostte. Daarna wist ik tot de tijdcontrole de vijandelijke toren buiten de deur te houden, maar toen mijn tegenstander er een half uur bij kreeg, ging hij er eens goed voor zitten en vond hij de winnende zet.
Als laatste bleef Wim Molenkamp vechten voor een halve punt. Hij had een koningsaanval opgezet die net niet doorsloeg en moest daarna afwikkelen naar een dame-eindspel met twee pionnen minder. Een daarvan won hij terug, maar de andere schoof langzaam maar onverbiddelijk richting promotieveld. Pas bij de honderdste zet waren Wims schaakjes op en moest hij opgeven.
Een ingecalculeerd verlies voor PMC 1. De doelstelling om ons te handhaven in de derde klasse wordt er niet minder haalbaar door, maar we zullen wel een aantal punten moeten weghalen bij gelijkwaardige teams om dit doel te bereiken.
Wopke Veenstra